Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komen vervuilende en milieubelastende stoffen vrij. De vrijkomende CO2 wordt als de oorzaak (of als een van de oorzaken) gezien van de opwarming van de aarde.
Om een verdere opwarming van de aarde tegen te gaan of te verminderen, is er afgesproken het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Hierover zijn afspraken gemaakt in het klimaatakkoord van Parijs en tijdens opvolgende klimaattoppen zijn deze verder versterkt.
Daarnaast zullen de fossiele brandstoffen op de lange termijn ook uitgeput raken.
We zullen daardoor van een ondergrondse naar een bovengrondse energievoorziening moeten groeien. In feite directe of indirecte energie van de zon. Direct in de vorm van warmte en licht en indirect als windkracht en biomassa door groei en bloei. Dit alles legt een beslag op de beschikbare buitenruimte.
Daarnaast nog de mogelijkheid (waarvoor vaak weinig enthousiasme) van kernenergie om elektriciteit te produceren.
De burgers krijgen hierdoor te maken met de verduurzaming van hun woningen. De woningen moeten van het aardgas af. Waar de benodigde (resterende) ‘schone energie’ vandaan moet komen, bij onvoldoende zon- en windenergie, is nog steeds niet duidelijk.
Op andere mogelijkheden tot besparing wordt tot nog toe te weinig ingezet!
Met een (sterk) groeiende wereldbevolking en een toenemende consumptie neemt de energievraag alleen maar toe.
Bedenk bij de consumptie dat nog ongeveer driekwart van de wereldbevolking in meer of mindere mate in armoede leeft!